Ontwikkeling van je baby in de zesde maand

Deze maand is het wachten op het eerste 'mamma'. Een geweldige dag voor mamma en pappa zal stiekem wel een beetje jaloers zijn. Maar pappa, jij volgt snel genoeg !

Verschil in ontwikkeling

We hebben al vaker verteld dat iedere baby zich anders ontwikkelt. Meisjes ontwikkelen zich over het algemeen anders dan jongens en ook binnen deze groepen zijn er grote verschillen. In de 6e maand van de ontwikkeling van de baby komen deze verschillen vaak pas echt heel duidelijk aan het licht. De ene baby staat, zit en tijgert al maar de eerste klanken zijn nog niet gekomen. De andere baby praat misschien al de oren van je hoofd. De volgende baby eet al vast voedsel en nog een andere baby schaterlacht de hele dag door. Dat is ook het mooie van baby's. Ze zijn allemaal uniek. Als je baby niet praat of kruipt wil dat niet zo veel zeggen. Baby's hebben hun eigen tempo en hun eigen interesse. Probeer goed naar ze te luisteren en ze te stimuleren wanneer ze daar om vragen. Dan komt het meestal allemaal op de pootjes terecht.

Grijpen en pakken

Waar je baby al deze tijd mee heeft geoefend, zal nu steeds beter gaan. Deze maand zal je baby steeds meer kunnen grijpen en pakken. Ze gaan ook gerichter op zoek naar datgene wat ze willen hebben. Niet alleen grote speeltjes maar ook juist kleine speeltjes worden nu interessant omdat die niet in heel de hand maar juist met een paar vingers gepakt kunnen worden. Let wel op dat je je baby nooit te kleine en daarmee onveilige speeltjes geeft. Hier kunnen ze namelijk in stikken.

Staan en rollen

Sommige baby's kunnen je ineens verbazen deze maand. Ze gaan plotseling staan vanuit zitstand door zich aan hun armen op te trekken aan bijvoorbeeld de tafel. Als ze liggen,kun je ze ook in een keer omgerold zien of een paar meter verder getijgerd. Dat wordt dus opletten de komende tijd voor pappa en mamma.

De baby leert praten

Sommige baby's beginnen met de eerste echt brabbels rond het einde van de 6e maand. Dit zijn de eerste woordjes van een baby. Ze hoeven nog geen betekenis te hebben maar worden wel gevormd door meerdere klanken. Veel baby's beginnen met het eerste woordje: mamma. Niet zo veel later komt daar dan pappa achteraan (daar zorgt pappa wel voor !). Veel baby's blijven als ze beginnen met praten een tijdje op een paar klanken zitten. Zodra deze klanken onder de knie zijn, hoor je ze daarna voorlopig niet meer. Dan is de baby al door gegaan met de nieuwe klanken. Je weet dus nooit wat je kan verwachten.

Vast voedsel en allergie

Als je baby er vorige maand nog niet aan toe was, zul je deze maand normaal gesproken wel beginnen met vast voedsel. Je baby zal nu sterk en behendig genoeg zijn voor vast voedsel. Niet alle baby's kunnen echter alles eten. In potjes wordt hier meestal rekening mee gehouden maar als je besluit zelf te gaan koken voor je baby let er dan op dat sommige etenswaren allergische reacties op kunnen wekken. In andere voedingsmiddelen zitten stoffen die baby's nog niet goed kunnen verwerken. Het is belangrijk dat je je baby in ieder geval nitraatarme groenten geeft zoals sperziebonen, bloemkool, wortels etc.
Bij nitraatrijke groenten zoals andijvie, spinazie en rabarber bestaat er een kans dat het lichaam van je kindje het nitraat omzet in het schadelijke nitriet. Dat is een stof die je baby nog niet kan verwerken. Als hij ouder is, kan je kind deze groenten natuurlijk wel zonder problemen eten.
De volgende ingrediënten kun je het beste vermijden de eerste maanden:
- Zuivelproducten zoals melk en kaas
- Eieren en eiwitten
- Chocolade
- Noten (kinderen mogen geen noten !)
- Honing
- Soja
- Kiwi
- Aardbei
- Sinaasappel
- Soja
- Nitraatrijk voedsel (zoals andijvie, bietjes, bleekselderij, chinese kool,koolrabi,postelein,sla, spinazie, spitskool en venkel)

Verlatingsangst

Vorige maand schreven we al over de hechting. Als de baby zich hecht aan de moeder, vader of verzorger, kan de baby ook een angst ontwikkelen om alleen te zijn. Dit heet verlatingsangst. Deze angst kan nu al beginnen maar is meestal het ergst tussen de 8 en 12 maanden. Als je weggaat, kan de baby heel hard gaan huilen totdat je terugkomt. Dit kan vervelend zijn, zowel voor jou als voor je baby. Het is daarom belangrijk om de baby te leren dan je ook weer terugkomt. Spelletjes als kiekeboe, waarbij je jezelf even verstopt om daarna weer terug te springen, zijn hiervoor een goede manier. Je kunt je baby ook vertellen dat je weggaat en zo weer terugkomt. Eerst even kort en steeds wat langer. Het is belangrijk je baby niet te 'straffen' of zijn gehuil te negeren. De baby gebruikt jou als een stabiel en betrouwbaar punt om vanuit daar de omgeving te verkennen en te leren. Als het eng wordt, kan de baby altijd op jou terugvallen. Dat is de basis van een goede hechting. Als jij weg bent, neem je ook de bron van dit alles weg. Dit kan de baby dus veel stress opleveren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je niet weg mag en de baby niet alleen zou moeten laten. Het is een logische en natuurlijk stap dat de baby steeds meer zelf gaat doen. Dit zijn de eerste kleine stapjes naar zelfstandigheid. Het is wel belangrijk dat je de baby zo geleidelijk en zo rustig mogelijk leert dat jij niet altijd in de buurt bent.

Wat je baby in de zesde maand kan

Aan het einde van de zesde maand kunnen baby's dit

Veel baby's kunnen nu

Het hoofdje rechthouden als je ze omhoog trekt.
Zelfstandig zitten.
Omrollen van alle posities.
Gezichtsuitdrukkingen van pappa en mamma nadoen.
Grijpen naar speelgoed.

Sommige baby's kunnen nu

Een speeltje pakken dat niet direct binnen bereik ligt.
Korte geluiden herhalen.
Zelfstandig zitten.
Zelf een koekje eten.
Gaan staan door zich op te trekken.
Boos worden (woedend zelfs) als je hun speeltje weghaalt.

Enkele baby's kunnen nu

Beginnen met kruipen.
Zelf leren zitten.
De eerste woordjes zeggen (vaak mamma of pappa).
Spullen tussen de vingers beetpakken.
2 lettergrepen klanken maken.
Bang worden om de ouders kwijt te raken.